I
JACOB BRASEMAN
״OVERSTE DER STEDE NAAST GOD ENDE DIE PRINCE"
P i Februari 1439, op Onser Vrouwenavondt te Lichtmisse werd Jacob Braseman van den Anxter gekozen tot Burgemeester van Amsterdam. Met hem aanvaardden Gysbert Jacob Grebbersz., Pouwels Albertsz. en Hugo Hey-mensz., de laatste voor het tweede jaar, de teugels van het bewind der stad. Voor hun verkiezing was daags te voren in den laten middag het oude stadsbestuur, de aftredende Burgemeester en de Schepenen, ten Stadhuize aan een maaltijd bijeengekomen, om de vereiste schikkingen te treffen.
In den eersten schemer van den nanoen, die bij een grauwe winterlucht al vroeg de hoge kruisen der ramen donker trok in den gloed van het vensterglas, was de zakelijke verhandeling spoedig verlopen in een opgewekt tezamenzijn. Het edel vocht der Portugese kust en van den Rijnsen berg werd tot bloed en goud in kannen en bokalen geheven onvervaard naar het licht van de kaarsenkroon. Schotels en saucieren, opgediend met een keur van spijzen: pastei van kapoenen, braadwild en gevogelte, alles sterk gekruid, bruinvismoten en gedroogde kabeljauwskoppen, overgoten met saus van look en menthe of in meerzwijn met peper gesoden, wachtten nu morsig geleegd, op het fijnglanzend linnen, besmeurd door messen en lepels. De nadis was niet minder verzorgd. Frituur van geronnen zoetemelk, gebak in grote verscheidenheid: Sint Jacobsschelpen, ghecrolde struyf, ghecloven nonnen en roffioelen, te kust en te
Twaalf Burgemeesters i
o