Woord vooraf
Een profeet moet men niet interrumperen als hij de geest krijgt, laat staan de voet dwars zetten met praktische bezwaren; dan toch wordt hij een onmogelijk mens. Naar een profeet moet men allereerst luisteren om het wezenlijke van zijn waarschijnlijk irriterend betoog eruit te pikken. De bezwaren komen later wel aan de orde.
Vandaar misschien dat ik Meijer Sluyser, in tegenstelling tot velen, nooit als onmogelijk heb ervaren, integendeel grenzeloos toegewijd aan de zaak die hem raakte. Misschien tevens omdat ik bij hem zo niet in, dan toch in de buurt van zijn heiligenschrijn stond, naast Gerbrandy. Want Gerbrandy had in Londen machtig 'neen' gezegd tegen het nazidom, toen De Geer en consorten wankelden. Daardoor werden zijn tekortkomingen voor Sluyser onzichtbaar. En ook ik had mij, onbewust, een blanco krediet geschapen door uitkomst te brengen in zijn benauwenis als zou in (straks bevrijd) Nederland het Oranje-fascisme — het thema van veel Engelandvaarders — voorland zijn.
Het was maar een pover verhaal dat ik aan een paar dozijn bedrukte Londense socialisten kon vertellen, want de communicatie in bezet Nederland was niet optimaal.
Zoveel toch wel, dat de socialisten geen deel hadden aan de emotionele kritiek op het vertrek van koningin Wilhel-
7