In de hal prijkt de bronzen beeltenis van Henri Polak. De bibliotheek is verdwenen. Weggehaald. Door de Duitsers of hun helpers, wat doet het er toe? Volkomen vernietigd.
'Heb jullie nog zo'n catalogus met de inleiding van Michel van Campen?'
'Er is niet één exemplaar van over.'
'En het boekje met de foto's van de wandschilderingen?'
'Eén exemplaar hebben we weten te redden.'
Maar, Gode zij lof en dank, de wandschilderingen zelf zijn behouden gebleven. De Bond heeft ze nog pas laten schoonmaken. En op haar stokoude dag is Henriëtte Roland Holst naar het Gebouw gekomen om ze nog eens te zien.
Langs een achtertrap gingen we naar boven, naar de bestuurskamer. Hetzelfde ameublement van vroeger. Hetzelfde kleed over de tafel. Hetzelfde gele tapijt op de vloer. En aan de wand de prachtige schilderingen. 'De Sterke Uren,' een jonge man, die zich aangordt voor de grote tocht door het leven.
'De Zachte Uren,' een peinzende vrouwenfiguur, een boek in de hand.
'De Diepe Uren,' een man en een vrouw op de legerstede.
De tijd schuift terug. Is het heden of verleden? Buiten is de laan weer gevuld met drommen bondsleden. Er hangt een grote 8 van bloemen aan de gevel. De mensen zingen:
'Acht uur, zo klinkt door alle landen.'
Een huis vol spoken, een straat vol schimmen.
De gedenkplaat in de bestuurskamer is er ook nog:
'De leerlingen en jonge leden lieten, als blijk hunner dankbaarheid en als belofte voor de toekomst tevens, voor de andb deze bestuurskamer inrichten ter gelegenheid van de invoering van de 8 urendag op 11 October 1911.'
De kamer is een museum. Neen, een sterfkamer.
58