Het Gebouw
Mijn vader was diamantslijper en dus lid van de Bond. Bij ons thuis werd Henri Polak als een wonderrabbijn vereerd. Hij was een voorbeeld in 't groot, dat iedereen probeerde na te volgen, in het klein. Soms leidde die verering tot belachelijke na-aperij. Vader had een kennis, die lid van de Bondsraad was. Onder alle omstandigheden was die het met Henri eens, zo verknocht en roerend eens, dat hij de bijnaam had verworven: Sampie Homogeen. Maar hij vond het een erenaam. Hij imiteerde het uiterlijk van de bewonderde bondsvoorzitter. Hij kleedde zich, sprak en schraapte zijn keel als Henri. En ik geloof, dat hij het heimelijk als een eerbetoon aan zijn eigen adres en niet aan dat van Polak beschouwde, wanneer op de slijperij een van de bondsliederen werd gegalmd:
Henri Polak dat is mijn neef, Op allebei mijn schoenen loop ik scheef; Als Henri Polak mijn neef niet was Hadden we geen cent in de weerstandskas.
De Bond deed zijn invloed ver buiten het vak gevoelen. En waarlijk niet alleen met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden. Hij was de grote verwekker van een onverzadigbare honger naar schone kunst en vooral: lectuur.
Lezen. Volwassenen ontdekten de wereld van het boek.
46