HOOFDSTUK XIX RONDOM HAIFA
WE zijn nu — mede door den tegenvaller te Afoelé — één dag vroeger te Haifa terug. Vroeger namelijk, dan bij de Strucksche instructiën voor ons was vastgesteld. En toen ik mij, kort na aankomst, telefonisch bij Prof. Struck meldde, bleek hij even verwonderd als verheugd te zijn, en vonden hij en mevrouw heel gauw gelegenheid om de drukke voorbereidingen voor hun vrij langdurige Europeesche reis af te breken en bij ons te komen. Struck examinator! Maar ik slaagde en kreeg een vrij goed rapport. Ongeveer aldus: „ik kon niet weten, dat ze mij blijkbaar omtrent uwen leeftijd hebben voorgejokt. Daarom heb ik het werk in dit jaargetijde niet over minder tijd durven verdeelen.” Inderdaad, het jaargetijde! En toch leek mij de vriendelijke voorzorg wel ietwat overdreven. Want al is de hitte groot, de Palestijnsche zon schijnt een andere werking te hebben dan de zomerhitte hier, waar we ons al gauw nauwelijks weten te bergen als zij in de verte naar een hittegolf dreigt te zweemen. We hebben ginds echter het groote geluk gehad, dat de hitte geen enkelen dag tot den zoogenaamden Chamsin is over-