132
JOODSCH PALESTINA
zijnen spijt niet kan herbergen, omdat hij leden van de politiemacht heeft gekregen en nu alle kamers zijn bezet. Hij wist, dat wij in aantocht waren, want hij had van prof. Struck mijn post toegestuurd gekregen, die inmiddels voor mij te Haifa aangekomen was. Die post was een blijde verrassing. Maar het was een tegenvaller, dat wij geen hotel hadden. We hebben echter nog eenige daguren en Schmidt meent, dat we de belangrijkste instituten in den ’Emek nog kunnen zien en toch met den avond Haifa bereiken. Daar zullen we het op aanleggen. Afoelé is bedoeld als de groote centrale hoofdplaats van den 'Emek. Maar zij is het nog niet, al heeft zij het hoofdstation van de spoorlijn. We hebben niet veel keuze voor hotel. We frisschen ons op en verkwikken ons aan wat spijs en drank.
En we trekken weg naar het groote Centrale Ziekenhuis, gesticht en onderhouden door het Arbeidersziekenfonds en door de prachtige Amerikaansche vereeniging „Hadassah", die Palestina met tal van hygiënische instituten van den eersten rang heeft voorzien en den heelen gezondheidsdienst op modernen grondslag heeft geregeld en tevens onderhoudt. Mooie ligging; hoog, den omtrek beheerschend. Mooi gebouw. Mooi en — voorzoover ik kan beoordeelen — volledig ingericht, zooals een ziekenhuis moet ingericht zijn. Ook wat het verplegend personeel van broeders en zusters betreft.
Bij het aanschouwen van zulke instituten moet men telkens weder tien jaren terugdenken. En overwegen, hoe het er toen in den 'Emek moet hebben uitgezien!
Vlak bij ligt K'far-Jeladiem, dat is: Kinderdorp.
Een kolonie voor weezen. Een algemeen weeshuis. Maar een landelijke inrichting, waar de jongens en meisjes in den