Joodse traditie als permanent leren

Ill

II. 1. 1 Afgodendienst en de strijd ertegen

Het waarschuwen tegen afgodendienst en het aangeven van wegen om daartegen ten strijde te trekken is één van de kernpunten van de Torah:

'. . . the first intention of the Law as a whole is to put an end to idolatry, to wipe out its traces and all that is bound up with it, even its memory as well as all that leads to any of its works - as, for instance »familiar spirits and a wizard and making to pass through fire, a diviner, a soothsayer, an enchanter, a sorcerer, a charmer, and a necromancer -and to warn against doing anything at all similar to their works, and, all the more, against repeating the latter¹. * Men moet zich tegen afgodendienst verzetten en vermijden in de voetsporen van de afgodendienaren te treden:

'It is explicitly stated in the text of the Torah that everything that was regarded by them as worship of their gods and as a way of coming near to them, is hateful and odious to God. This is stated in His saying: 'For every abomination to the Lord, which he hateth,

2

have they done unto their gods' (Deut. 12:31). ' De voorbeelden die Maimonides hier van vormen van afgodendienst geeft maken nog niet duidelijk wat 'afgodendienst¹ is. Ook is het niet duidelijk hoe de Torah de afgodendienst denkt te bestrijden, al is het wel duidelijk dat dit minimaal inhoudt dat de afgodendienaren niet geïmiteerd moeten worden.

Wat is dan wel die afgodendienst, die de Torah wil uitbannen. Het is niet zo dat de afgodendienaar denkt dat zijn afgod de enige god is, maar wél denkt hij dat zijn afgod de noodzakelijke middelaar tussen hem en God is en dat om in contact met God te komen de afgod aanbeden moet worden. Dat is afgodendienst.

' . . . whoever performs idolatrous worship does not do it on the assumption that there is no deity