deze „misdadige aanvallen van de kant der Joden” de Duitse belofte, een week geleden gegeven, onmogelijk gehandhaafd blijven.
Drie dagen later, Zaterdag 22 Februari, en gedurende enige volgende dagen, werden er in de oude Jodenbuurt als represaille voor de gebeurtenissen in de Van Wou-straat honderden Joodse jongens op de straat aangegrepen of uit hun huizen gesleurd en naar het Huis van Bewaring en andere gevangenissen overgebracht. Geen jonge Jood in de straten rondom Weesperplein, Joden-breestraat, Waterlooplein en St. Anthoniebreestraat was zijn leven zeker. Diepe verontwaardiging maakte zich meester van de arbeidersbevolking van Amsterdam. Zij schreeuwden de Duitse beulen toe, of zij wellicht in de steegjes van de oude Jodenbuurt naar „Joodse plutocraten” zochten en het kwam in verschillende delen van Amsterdam tot ernstige botsingen van publiek en Duitse politie.
Op Dinsdag 25 Februari brak in Amsterdam de algemene werkstaking uit. De fabrieken stroomden leeg, winkel- en kantoorpersoneel legden het werk neer, de bankbeambten verlieten de gebouwen, waar zij werkten en alle gemeentediensten stonden stil. Geen tram reed, geen arbeider in de gasfabrieken of electriciteitsbedrij-ven werkte. De staking had slechts één leuze: stopzetting van de vervolging der Joden! En de volgende dag sloeg deze proteststaking over naar de plaatsen rondom Amsterdam: Zaandam, Haarlem en Hilversum. In al deze plaatsen werd hevig gevochten tussen stakende arbeiders en N.S.B.-ers.
Op Donderdag 27 Februari werd in de gehele provincie Noord-Holland de staat van beleg afgekondigd. In de afkondiging van de staat van beleg stond o.a.: „In alle openbare en particuliere bedrijven moet op Donderdag 27 Februari des morgens de arbeid weder in volle omvang hervat zijn.” En als bewijs, hoe sterk de verzet-beweging ten gunste der Joden om zich heen gegrepen had, kunnen de volgende woorden dezer bekendmaking dienen: „Optochten, vergaderingen, samenscholingen en demonstraties van elke aard, in het bijzonder op de openbare wegen en pleinen, alsook in de bedrijven, zijn verboden.” En de slotwoorden tekenden de ernst der situatie; „In
72