hebben, juist omdat hij zo anders is dan wij, dan kunnen we er zeker van zijn dat dat de mens heel moeilijk valt. Mij viel het met mijn zwarte zwager vreselijk moeilijk.
Ik vertel hier over deze twee ervaringen, de ervaring op de roltrap en de ervaring met mijn macho zwager, omdat ik ervan overtuigd ben dat iedereen in Nederland vroeg of laat in een situatie komt waarin hij of zij te maken krijgt met buitenlanders of met binnenlanders die in een ander land zijn geboren en een andere cultuur meebrengen. En als u met hen te maken krijgt, moet u erover nadenken wat uw houding eigenlijk is of zou moeten zijn. Enkele weken geleden vernielden buurtbewoners in een Tilburgse wijk een woning, omdat zij aan een Antilliaans gezin was toegewezen; bij mij in de straat werd een huis in de fik gestoken om soortgelijke redenen; in Rotterdam en Zuid-Holland werden racistische en antisemitische leuzen gekalkt. En het racisme en antisemitisme in de sport is zodanig dat er een campagne tegen moest worden gestart. De incidenten in Tilburg, Amsterdam, Rotterdam en Geervliet waren niet de eerste. Al jaren zijn er spanningen tussen mensen die hier zijn geboren en mensen die niet hier zijn geboren maar wel hier leven, omdat zij de Nederlandse nationaliteit hebben of als gastarbeider hier werken. Al jaren gaat het samenleven tussen Nederlanders en Turken, Marokkanen, Surina-mers en Antillianen niet helemaal zoals het zou moeten, al mogen we ons gelukkig prijzen dat het beter gaat dan in Duitsland, Frankrijk, Engeland, Spanje en Italië. U leest erover, u ziet programma’s op de televisie, u hoort erover op de radio - en meestal speelt het zich erg ver weg af. Maar het komt dichterbij, het moment dat ook u uw houding moet bepalen. (Juist deze morgen werd op de radio aange-kondigd dat Dronten asielzoekers zou moeten opnemen.) Voor sommigen onder u is dat moment al aangebroken. Of