je was zwanger van een man van Cura^aose afkomst, met wie ze niet samenwoonde. Een heel aardige man, ook weer. Tegen de tijd dat mijn zusje moest bevallen, kwam ik terug uit het buitenland, waar ik toen leefde, om bij de bevalling te zijn. Er moesten nog allerlei zaken geregeld worden en de toekomstige vader stak geen poot uit. Integendeel, het bleek dat hij door haar aan haar lot over te laten de zwangerschap van mijn zusje tot een verdrietige en gespannen tijd had gemaakt, heel anders dan de vreugdevolle tijd waarop zij zich had verheugd.
Rond de bevalling, maar vooral erna, liet mijn niet-aange-trouwde zwager het helemaal afweten, en de spanningen liepen hoog op. In het jaar dat volgde kreeg zowel mijn zusje als ik te maken met een heel ander cultuurpatroon, waarin man-vrouw-kindrelaties, maar ook de relaties met familieleden, heel anders worden vormgegeven. En wat het nog moei-lijker maakte: ook enkele vriendinnen van mijn zusje bleken dezelfde verhalen te hebben, over hoofdvrouwen en bijvrouwen, over clashes, over niet-nagekomen beloften, over een andere invulling van verantwoordelijkheden, over onbegrip en misverstanden, over teleurstellingen aan beide kanten -kortom, de culturele kloof bleek niet te overbruggen.
Om het beeld niet helemaal zwart-wit te schetsen, moet ik erbij zeggen dat niet alle ongehuwde moeders met wie we te maken kregen, relaties hadden met zwarte mannen die zich anders gedroegen dan de - witte - vrouwen hadden verwacht; er waren ook witte vaders die hetzelfde ‘andere’ gedrag vertoonden, maar het was duidelijk dat er sprake was van culturele verschillen die vaak niet bespreekbaar waren en daardoor schier onoplosbaar, zodat er situaties ontstonden waarvan alle partijen - ook de vaders - de dupe werden.
Het gevolg was dat ik opeens allerlei vooroordelen bleek te hebben over zwarten. Vooroordelen waarvan ik absoluut