Borculo was een hele orthodoxe kille. Een van de vroomste van Nederland. Ik zou niet weten wie er niet orthodox was. Borculo was een gezellige kille. Je ging altijd met elkaar om, op Sjabbes ging je samen wandelen, als er wat te doen was was je bij elkaar, je speelde met elkaar, je maakte ruzie met elkaar. De gemeente dreef op Nathan Elzas. Hij had in Borculo een perkamentfabriek. Van dat perkament werden trommelvellen gemaakt. Dat werd in de hele wereld verkocht. Elzas is er rijk mee geworden. Het was een hele interessante fabriek. Ik woonde er vlakbij, dus ik heb het maken van dat perkament meerdere keren gezien. Elzas was een buitengewoon geleerde talmoed-chochem. Vandaar dat het milieu in Borculo zo joods was. Elke dag ging je naar sjoel, op Sjabbes ging je ’s morgens eerst naar sjoel, dan ging je koffiedrinken en thuis eten, dan werd er gelernt, dan ging je een eindje wandelen en eten, daarna ging je naar de minche-sjoel, hierna werd Toure Torah gelernt, tot het avondgebed, het ngarwies (ma’ariv), dan werd er weer sjoel gehouden en daarna was het afgelopen. Zo ging het iedere week.
Er waren drie chewres. Voor het leren bestond er een chewre, de chewre kedousja en de Talmoed Toure-chewre, waar alleen Toure werd gelernt en verder niets. Elzas legde precies uit wat de betekenis was van het een en ander. We konden er veel leren. Of we het gedaan hebben, is een tweede.
Elzas was ook parnes en voorzitter van de Joodse Gemeente. Als je iets deed wat niet mocht kreeg je een boete. Je sprak wel eens in sjoel en je maakte wel eens herrie natuurlijk, dat wilde hij dan niet hebben, want hij was daar de grote man, hij was daar, zogenaamd, de baas. Als je in sjoel sprak op Sjabbesmorgen werd er gezegd: ,,Van de Kamp stil”. Als je dan doorging: ,,Je wordt geknast”. Dan kreeg je bijvoorbeeld vijftig cent boete. Dat kon je betalen, je kon het ook niet betalen. Er was geen rechter die mij kon veroordelen tot een boete en hij had daar de macht niet toe.
In die tijd werden de mitswes verkocht. Voor het laajenen, voor de Toure uit het Oren Hakoudesj werd gehaald, en opengemaakt, bij aniem ze mirous, dan werden de mitswes verkocht door de tweede voorzitter die naast de parnes op het altaar stond. Je kon bieden. Was er iemand die ik een mitswe