wilde geven, dan kocht ik hem. Dan zei ik: Olf bas. Eén stuiver. Wilde iemand anders hem kopen dan zei hij: Beis bas. Dat is meer, dat is twee stuivers. Dat ging door totdat niemand meer bood. De mitswe was voor de hoogste bieder. Het was een soort veiling. Nu worden de mitswes altijd zo gegeven. Het kopen is helemaal afgeschaft. Het verkopen van mitswes gaf geen aanleiding tot ruzie. Waarom zou het. In Borculo waren ze daar ook eigenlijk te vroom voor. Bovendien, er was ook geen reden om ruzie te maken, want je kon van tevoren mitswes kopen. Als er bijvoorbeeld iemand jarig was ging j e naar de voorzitter en zei:,, Ik wil die en die mitswe hebben voor die en die voor dat en dat bedrag”. Die mitswe werd dan niet verkocht.
Maar er was natuurlijk wel eens ruzie. Zo herinner ik me een zekere familie Leverpol. Een oude man en een oude vrouw met vier kinderen. Eén van de zoons, Meier Leverpol, was nogal eigenwijs, laten we zeggen, mesjogge. Hij werd Meier Kik genoemd want hij keek altijd zo. Op Kol Nidre-avond stonden wij, mijn twee broers en ik, in sjoel. Een van mijn broers vraagt: „Meier hoe laat beginnen we?” Meier was aan het dawwenen en zegt: „Weet ik toch niet”. Waarop mijn broer zegt: „Dan weet je niet veel”. Daar kwam heibel van: die Meier werd door ons door de bank geslingerd. Dan werd je natuurlijk geknast. Dan kreeg je boete.
Of het dochtertje van een van die Elzassen, Mimi Elzas, die later is getrouwd met Zadoks, de vroegere voorzitter van de gemeente Den Haag: die heeft op Sjabbes ook een keer een flink pak makkes van me gehad. Het was een eigenwijs krengetje. Je ging op Sjabbes wandelen en als je haar tegen kwam had ze praatjes, praatjes, praatjes, want zij was een van de rijke Elzassen, haar oom was voorzitter van de joodse gemeente, en ze dacht dat ze alles mocht. Wij waren meer van de linkse kant. We namen dat niet. Toch was het de andere dag weer over.
Een stout jongetje? Ach, stout niet, ik was eigenlijk de Benjamin thuis. Mijn broertjes en ik waren héél erg lief... we hadden ook veel vrienden waar we samen dingen mee uithaalden. Bijvoorbeeld op de joodse school. Er was joodse school tot zes uur. Tot half zeven werd er gelernt. Van half