school werd geleid door de heer De Jong. Wij gingen op zondag van negen tot een uur naar les, op maandagavond en woensdagavond was er van zeven tot negen uur joodse school. Daarnaast was er op Sjabbesmiddag een cursus van mijnheer De Jong, die chazzan was in de Voldersgrachtsjoel. Op cultureel gebied namen de vereniging TOP - toneel, ontwikkeling, philantropie - en Eloquentia een belangrijke plaats in. Top bracht goede toneelstukken die werden geregisseerd door een beroepsregisseur. Ik herinner mij nog Seideravond van Johan Fabricius, met als thema de pogroms die toentertijd in Rusland plaatsvonden: op Seideravond werden de mensen opgehaald. Het stuk had zo’n succes dat men in verschillende plaatsen in Nederland werd uitgenodigd om op te treden.
Een bekende gymnastiek- en voetbalvereniging, die ook in de competitie meespeelden was de Ooievaars. Zelf was ik nogal actief in het verenigingsleven.
En dan het sjoelkoor. Het koor begeleidde chazzan Levins-ky. Het stond onder leiding van een zekere mijnheer Bolle en bestond uit ongeveer zeventig volwassenen en kinderen. Ik ben daar nooit bij geweest, want ik ben zo onmuzikaal, dat ik op school zelfs niet mocht meezingen.
Levinsky was behalve chazzan ook nog sigarenhandelaar en handelaar in wijn. Hij verkocht sigaren met een eigen bandje erom: de Levinskysigaren. Hij kon verschrikkelijk mooi zingen, werkelijk, maar hij werd door iedereen zö over het paard getild . . . dat was verschrikkelijk; hij kreeg soms zoveel vlees, dat hij het helemaal niet op kon. Dan liet hij het bij de slager en poelier opslaan, zodat het kon worden doorverkocht. Dat werd genoteerd en zo had hij iedere week gratis vlees en gevogelte.
Levinsky was vreselijk op de centen. Als hij wel eens op een choepa zong riepen de mensen uit enthousiasme wel eens: „Chazzan, zing nog eens iets” en „Jisjkauch, jisjkauch,” maar dan zei hij: ,,Was hab ich denn an jisjkauch; das muss ich haben . . . ping-ping.” Dan werd er met de pet rondgegaan, bijvoorbeeld vijfentwintig gulden opgehaald en dan zei hij: „Das ist jisjkauch.” Zo was hij.
Er zijn nooit veel moeilijkheden geweest in Den Haag. De