Kippesoep was ondenkbaar zonder saffraan

Titel
Kippesoep was ondenkbaar zonder saffraan

Jaar
1983

Pagina's
141



boer op. Ik reisde in Brabant, Zuid-Holland en nog een beetje in de provincie Utrecht. Om de drie maanden kwam ik bij de klanten. Toentertijd verkocht ik gewone textiel: handdoeken, theedoeken, lakens, slopen, de hele troep. Kleine artikelen, garen en zo, had ik niet. Wel damesstoffen. Zoals dat vroeger was: je had in je vestzakje drie of vier staaltjes damesstoffen: wit, blauw of groen, ik noem maar wat. Daar werd zoveel el van besteld en dat bracht je de volgende keer mee. Vier of vijf staaltjes, dat was genoeg. Vroeger had men die eisen niet.

Ik heb het eigenlijk nooit prettig werk gevonden, maar het moest. Wat moest je anders? Ik heb wel geprobeerd om in Amsterdam een baan te krijgen, maar als leerling verdiende je praktisch niets. En ik kreeg geen kostgeld van mijn vader, dus er zat niets anders op. Maar leuk? Nee. Vroeger was het eigenlijk een schooiersbaan. Dan kwam je bij zo’n boerderij achterom en dan werd er tegen het raam getikt: „Niets nodig, koopman.” Nou, dan voelde je je niet happy. Later ging het anders. Toen had ik mijn eigen klanten. Maar het moet gezegd: Ik ben er financieel niet op achteruit gegaan.

Wat betreft het joodse leven in Rumpt: we hadden iedere week minje. In Beesd. Een klein dorpje bij Rumpt in de buurt, maar aan de andere kant van de Linge. Dus je moest met de boot over. Je mocht op Sjabbat natuurlijk niet varen, maar wij hadden daar speciale vergunning voor van de opperrabbijn, want anders kon je niet in Beesd komen.

Sjoel werd gehouden bij Hartog van Straten, een sjouget en achterneef van mijn vader. Hij was ook degene die slachtte in Rumpt, want een abattoir was er natuurlijk niet.

Hartog had een kamer ingericht als sjoel. Hij leidde altijd de dienst. In Beesd woonde hij zelf en nog drie broers en een zuster. Met Samuel van Straten, een ongetrouwde man, en de familie Bouwman, van wie voor de oorlog al niemand meer over was, hadden we dan net tien man. Dan moest je wel allemaal komen natuurlijk. Je ging ook, je moest wel.

Op Sjabbat werkte je niet, althans voor de oorlog niet. Na de oorlog wel. Je verveelde je rot op zo’n kleine plaats, want wat moest je de hele dag doen. Je mocht niet lopen, je mocht niets van je ouders, dat was vroeger zo. De sjoel was eigenlijk nog


Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.