indruk op haar gemaakt. Ze vertelde ook: ,,Dan had je moeder het huis schoon gemaakt, want dat moest voor Jo-denpaas,” zo heet dat dan, dat is heel gewoon, ,,en dan kwam je vader met een veer alle hoeken schoonmaken om te kijken of het wel goed schoon was. Dat vond ik zo hatelijk voor je moeder.” Zij had de indruk, dat mijn moeder het niet goed had gedaan en dat mijn*vader haar daarom controleerde. Maar het hoorde er helemaal bij. Dat zijn de voorbereidingen voor de Seideravond. Maar het was pas Pesach als we koffie met kaneel kregen. Die typische geur in huis, als je dat rook was het Pesach.
Toch trokken we ons niet terug uit het leven van Monnicken-dam. Judith en ik gingen altijd voetballen en met jongetjes mee, achter op de fiets. Dat was heel gewoon. Wij hebben nooit het gevoel gehad: Wij zijn anders. Chanoeka was wel anders. Dat viel meestal gelijk met kerst. Vroeger deden we de gordijnen niet dicht. Dan zag je de kaarsjes branden. Ze mochten rustig zien dat wij iets anders vierden. Er mochten natuurlijk ook andere kinderen komen kijken naar Cha-noeka-kaarsjes. De deur moest altijd openstaan. Dat is een echte oude joodse gewoonte. Iedereen moet altijd binnen kunnen komen.