Kippesoep was ondenkbaar zonder saffraan

Titel
Kippesoep was ondenkbaar zonder saffraan

Jaar
1983

Pagina's
141



thuis kwam deed hij meteen zijn pakkie uit en gewone kleren aan. Wat verboden was.

De zesde hoefde niet, de zevende was ik. Ik ben naar mijn vader gegaan - hij was toen al ongeveer vijfenzeventig j aar - en gevraagd wat ik moest doen. Ik had al een behoorlijk weekloon en de vraag was of ik, als ik een jaar, anderhalf jaar in dienst was, zo’n positie weer terug kreeg.

Mijn vader wist geen oplossing voor mij. ,,Jou kan ik niet intrekken, en om je doof te houden . . . dat kan jij niet. Daar moet je heel sterk voor zijn. Ik zou het maar niet doen.” De dag dat ik moest opkomen, in de kazerne in de Sarphati-straat, zat er een officier-dokter met een majoor, een sergeant en een administrateur aan tafel. De dokter: „Wanneer ben je geboren?” „Augustus 1898.” „Leven je ouders nog?” „Mijn moeder is gestorven, dat was een zware hartpatiënte.” „Je vader, leeft die nog?” „Mijn vader leeft nog, dat is een hele zware bronchitislijder. Daar sukkelt hij al jaren mee.” „Oh, ga daar maar even staan. Kleed je daar maar even uit.”

We stonden daar met acht of wat jongens, eindelijk kwam de dokter met de stetoscoop . .. „kleed je maar weer aan” ... wij wachten . . . eindelijk: „Militair Neeter.” Ik moest bij de dokter komen. Zegt de dokter: „Je moeder was een zware hartpatiënte?” „Ja dokter.” „En je vader is een zware bronchitislijder?” „Ja dokter.” Zegt hij: „Kerel, dan feliciteer ik je, dat ze zo’n gezonde zoon hebben.” Daar stond ik. Ik moest in militaire dienst. Daar heb ik twee jaar ingezeten. Ik ben in ’98 geboren, dus in ’14 was ik pas zestien jaar. Met de oorlog zijn eerst de oudere mensen opgeroepen. Voor de Landstorm. Toen die mensen drie jaar in dienst hadden gezeten vond de regering dat zij afgelost moesten worden. Dat was 1917. Toen moest de jeugd opkomen, waar ik als negentienjarige onder viel. Ik heb gelegen in de Zuidwijkermeer, bij Beverwijk.

Er zat bij ons in dienst ook een jongen van Doof. Die jongen, Maurits, was een hele goeie sul, geen krachtige jongen. Nu heb ik vroeger veel aan sport gedaan, voor zover ik aan sport kon doen. Ik heb me eens laten gek maken. Er was hier een joodse Engelse jongen, Sam Kinsley, die had bij de Amstel-straat, in de Wagenstraat, een bokslokaal. Bij die Sam Kinsley

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.