vader gaan vertellen. Mijn vader was een man die zeer orthodox was. Dat ik gespot heb met het kaddisj zeggen was voor mijn vader heel erg. Wat ik nu goed begrijp. Toen begreep je dat niet. Ik heb nog nooit zo’n pak slaag gehad en ben nog nooit zo in een hoek getrapt door mijn vader als die keer. Dat ben ik nu allemaal vergeten, want het was toch een goede man.
Mijn vader was zeer orthodox. Hij was er zeer op gesteld en hij was teleurgesteld, dat het bij al zijn zoons niet gelukt is om iemand in de familie te hebben die als voorganger, als rabbijn zou verder studeren.
Mijn vader was een bijzonder mens, zonder meer. Alleen: hij had zeven zonen en hij wilde in zijn familie beslist een rabbijn hebben. Mijn oudste broer zat een paar jaar op het Seminarium, maar die had er geen zin in en is het diamantvak in gegaan. De tweede zoon voelde er ook niets voor om orthodox te zijn en ging ook het diamantvak in. De derde was een beetje orthodox, ging op jontefdagen mee naar sjoel, maar op Sjabbes ging hij niet. Als die jongens eenmaal groter waren en kennis kregen aan een meisje dat toevallig uit een orthodoxe familie kwam dan voelden ze er iets voor. Maar kwam dat meisje niet uit een orthodoxe familie, dan voelden ze er niets voor, dan werden ze ook liberaal. En als ze 18, 19 jaar waren kon je die jongens niet meer dwingen.
Maar wat was het geval: ik was de jongste. En ik stond onder strenge controle van mijn vader. Eerst was ik op de Talmoed Tore op de Plantage Middenlaan bij meester Kleerekoper, daarna op het Seminarium. De Talmoed Toreschool was een armoedschool. Waarom moest ik naar die armoedschool? Ik was geen arm kind. Ik moest naar de Talmoed Toreschool omdat er meer Hebreeuws geleerd werd. Van ’s ochtends negen uur tot twaalf uur kreeg je Hebreeuws, joodse geschiedenis en alles wat nog verder met jodendom te maken had, en ’s middags kregen we anderhalf, twee uur andere vakken als rekenen, schrijven, algemene geschiedenis. Wij leerden meer Hebreeuws dan maatschappelijke vakken. Dat was de stommiteit van mijn vader. Hij had me beter naar een gewone liberale school kunnen sturen en naar de HBS. Daar had ik in mijn leven meer aan gehad. Maar mijn vader was