Zoekresultaat



Er zijn 72 resultaten gevonden met de zoekterm "saul van Messel":

Pagina: 12345678
(resultaat 71 - 72)

Jaap Meijer
Hoge hoeden, lage standaarden

ga naar deze pagina

AIMABELE RISJES

te brengen tot Gods gebod: ‘dag en nacht de Thora te overdenken9, een gebod, dat steeds geldt, maar: ‘im lo achshav, emataj’ ‘zo niet nu, wanneer dan wel!’ ’

Zulke beschouwingen spraken nauwelijks tot joodse kringen, die het maar griezelig vonden, dat nu weer een dominee een principieel boek had geschreven over jodendom. En dan nog wel een, dat in het wereldbestel voor de joden een aparte plaats inruimde! Waar was dat goed voor! Moest dat nou zo nodig? In zulke moeilijke tijden! De assimi-lanten klampten zich (ook toen!!) liever vast aan een ongenuanceerd filosemitisme, dat naar het bekende woord van Klatzkin niets anders is dan een beschaafde vorm van antisemitisme. Om Saul van Messel te citeren:

filosemiet

erger dan haat die beledigen kan:

vriendschap waartegen ik mij niet verdedigen kan

En het water kwam tot aan de lippen. Tussen het opkomende antisemitisme en een dreigender Duitsland enerzijds - en een in gemeenplaatsen doodgelopen Nederlands jodendom aan de andere kant, stond het noodlot met het vlammende zwaard al gereed. Het paradijs van drie en een halve eeuw was voorbij. En niemand merkte meer hoe diep de standaarden waren gedaald.

Toen in september 1934 het meisje Sarah Beugeltas in een bananenpakhuis aan het Waterlooplein te Amsterdam als slachtoffer viel van een beruchte zedenmoord, waren de joden blij dat het slachtoffer joods was en de dader tot hun eigen gemeenschap behoorde. Dan was er tenminste geen kans op risjes. Aimabel of niet.

104


Jaap Meijer
Waar wij ballingen zijn

ga naar deze pagina

6.    Tarra (incognita)

Een eerste poging tot een cultuurhistorie van de Amsterdamse Jodenhoek verscheen in 1948 van mijn hand onder de titel Het Verdwenen Ghetto. Mijn slotconclusie luidde (pag. 152):

‘Het ontbindingsproces der Emancipatie naderde in onze eeuw haar volmaking. Het Amsterdamse Jodendom was geestelijk reeds in staat van ondergang, alvorens de werkelijke catastrophe genaderd was.

De oorlogsjaren hebben dit proces hoogstens verhaast. En zij verleenden aan de finale bovendien die wrede bijsmaak, die ons bewust wordt na al onze wandelingen door de verdwenen Jodenhoek.’ Het boek ontstond uit een serie van 7 lezingen, die ik in Bergen Belsen in barak 17, die der Amsterdamse diamantbewerkers, gedurende de maanden oktober en november van het jaar 1944 heb gehouden.

In opdracht van de Joodse gemeente (de Nederlands-Israëlietische Hoofdsynagoge) van Amsterdam verscheen in 1961 mijn Het Jonas Daniël Meijerplein; Bezinning op drie eeuwen Amsterdams Jodendom. In beide boeken vindt de lezer de belangrijkste literatuur over de Amsterdamse Jodenhoek vermeld. Voor de archiefstukken betreffende de vereniging Oholei Jacob ben ik Mr. A. E. M. Rib-berink van het Algemeen Rijksarchief te ’s-Gravenhage erkentelijk.

7.    Anne Frank

Het gedicht op pagina 179 is ontleend aan Saul van Messel, Zeer Zeker en Zeker Zeer, joodse gedichten, Haagse Cahiers X, uitgegeven door De oude degel, Rijswijk, 1968.

187


Pagina: 12345678
(resultaat 71 - 72)