IN DE TWAALFDE EEUW ONDERNAM EEN JOODS KOOPMAN EN GELEERDE Rabbi Benjamin uit Tudela een reis van Tudela aan de Ebro, door Frankrijk, Italië, Griekenland, Turkije, Palestina naar het verre Oosten. In het reisverslag dat hij opstelde na zijn terugkeer en dat een van de meest merkwaardige en tevens betrouwbare reisbeschrijvingen uit de Middeleeuwen is, verhaalt hij van het vele dat hij op zijn verre reizen gezien en gehoord heeft.
De taak die Rabbi Benjamin zich zelf gesteld had, was 'zijn broeders te zoeken’. Hij wilde weten waar de verschillende Joodse gemeenten waren gevestigd, hoe hun situatie was, waarmee zij zich bezighielden en of er een mogelijkheid bestond een plaats te vinden waar zij 'vrij van druk en onderwerping’ konden leven en het uur verwachten waarop 'zij weer naar Zion zouden terugkeren’. Het boek van R. Benjamin geeft een zeer duidelijk beeld van de enorme verspreiding die het Joodse volk reeds had ondergaan in de twaalfde eeuw.
Toch was de verspreiding nog niet groot genoeg naar het gevoelen van Manasseh ben Israël (Amsterdams rabbijn, letterkundige en typograaf der 17e eeuw) om de terugkeer en de komst van de
7