57
die onlangs den heer Paul May tot haar commissaris maakte en zich dus zelve buiten de gemeenschap der „reëele zakenmenschen” stelde?! En van alle hier genoemden, zonder uitzondering zakenlieden van hooger standing, alom geacht en geëerd?!
DITO BUITENLANDSCHE
Mijn gedachten dwalen naar het buitenland en daar ontmoeten zij Albert Ballin, organisator en directeur van de Hamburg—Amerikalijn, misschien de grootste reederij ter wereld; Emil Rathenau, den schepper van de Allgemeine Elektrizitäts-Gesellschaft en zijn grooten zoon Walther, een van de fijnste geesten van zijn tijd; Alfred Mond, den stichter van de grootste chemische industrie; de Sas-soons, de Montagues, de Warburgs, de Rothschilds, Tietz, Wertheim — allen geschuwd door „reëele zakenlieden.” En waarachtig, daar kom ik Marcus Samuel tegen, den stichter van de Shell Transport and Trading Company, een Jood, doch niet geschuwd door Kessler en Deterding, van de Koninklijke, doch, integendeel, met hem zeer nauw verbonden — zooals ik ook Jürgens en Lever tegen het lijf loop, die Van den Bergh ook al niet schuwden, doch met hem zeer reëel zakelijk samengaan in het Unilever-concern. Nauwelijks te gelooven,