Het kleine land en zijn groote schoonheid

Titel
Het kleine land en zijn groote schoonheid

Jaar
1941

Druk
1941

Overig
1ed 1941

Pagina's
292



DE GROOTE STEDEN

De groote steden — dit zijn: Amsterdam, Rotterdam en ’s-Gra-venhage, verschillend van oorsprong, van ligging, van bouw en van karakter.

Amsterdam het eerst, omdat het de wettelijke hoofdstad des lands, doch vooral de schoonste, de merkwaardigste van het drietal is. Wanneer en hoe de stad ontstaan is, hieromtrent is zeer weinig bekend. In 1275 schonk Graaf Floris V haar tolvrijheid door geheel Holland, waaruit mag opgemaakt worden, dat zij toen reeds een belangrijke scheepvaart bezat (want zonder haar zou het voorrecht geen beteekenis hebben gehad) en dus reeds geruimen tijd moet hebben bestaan. Het oudste stadsdeel is stellig dat aan den rechteroever van den Amstel (het tegenwoordige Damrak), bij den riviermond. Bebouwing op den linkeroever volgde én zoo ontstonden aan beide zijden der rivier de Voor- en Achterburgwallen, die de stad tot in de 15de eeuw begrensden. Tegen het einde dezer eeuw werd zij ommuurd en van den toen gebouwden vestinggordel zijn nog aanwezig drie overblijfselen: de Schreierstoren, de St. Antho-niespoort en de onderbouw van den Munttoren, eenmaal flanktoren van de Regulierspoort. In de eerste helft der 16de eeuw werd de stad uitgelegd, doch in den loop der 17de had de aanzienlijke vergrooting plaats, die tot in de tweede helft der 19de voldoende was voor de behoeften der volkshuisvesting en aan de stad haar bijzonder karakter en voornaamste schoonheid schonk. Want hij, die de nieuwe „rooiing” der stad, zoo-als het destijds genoemd werd, ontwierp, had den genialen inval, om de oude stad te omsluiten met een vijfvoudigen gordel van grachten, met elkander verbonden door straalsgewijs loopende grachten en straten. Langs den waterkant werden rijen olmen geplant; fraai-welvende boogbruggen verbonden de wallen, op welke de statige heerenhuizen der rijke Amster-damsche burgers en de burgerhuizen der welgestelden verrezen. Aldus ontstonden de onvergelijkelijk schoone Heeren-, Keizers- en Prinsengrachten, benevens de Muidergracht, de Reguliersgracht, de Vijzelgracht, de Spiegelgracht, de Leid-schegracht, de Warmoesgracht, de Leliegracht, de Blauwburgwal en de Brouwersgracht, die de hoofdgrachten met elkaar en met de Lijnbaansgracht verbonden.

Dit 17de-eeuwsche grachtenstelsel is nog nagenoeg geheel en ongeschonden in wezen; alleen de Warmoesgracht en de Vijzelgracht werden gedempt (de eerste maakt thans deel uit

14

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.