Wij zijn de Zonen van het Oude Ras,
God zij Geloofd!
Wij wenden ons biddend waar Zion eens was En buigen het hoofd.
Waarom uit Het Land ons verdreven?
O, Mozes, O, Aron, O alle profeten.
Wij moeten ons leven
Wroeten in vuil dat weg wordt gesmeten.
Wij zijn de Dochters van het Oude Ras,
Met vruchtbare lijf.
Wij tooien met linten en kleurige das Het gloeiende lijf.
Waarom uit Het Land ons verdreven?
O, Rachel, O, Lea, O, vrouwen der vaderen Dit doodende leven
Dooft er den gloed onzer bonzende aderen.
Wij zijn de Kinderen van het Oude Ras,
Met klarende kop,
Wij roepen ons broeders met slavende klas En heffen ons op.
Zijn w’ uit Het Land ook verdreven:
O, Reuzen van geest, uit ons volk geboren,
Wij dragen Uw leven,
En wenden ons juichend naar *t nieuw dat gaat
[gloren!