PROPAGANDA.
Daar lagen wijde velden braak,
Zoo dor en dood,
Zoo zon-gestoofd, door brand en blaak, Dat leven vlood.
Dan kwamen mannen, breed van lijf En kloek van hand.
En vatten aan, in nieuw bedrijf.
Het doode land.
Ze namen den grond, in parings-feest, Met spa en ploeg,
En gaven weer van hunnen geest Wat leven vroeg.
De zonne brandde met gloed-gelaai Hun koppen dol;
Zij traden voort, in schat-gezaai,
En hielden vol.
Zoo gingen zij — hnn werk, hun plicht Was hun het hoogst;
Maar hoopvol rees in blijder zicht Een gouden oogst.....
Is ook ons werk niet, kameraden,
Zoo vaak bezwaard ?
Maar is dan halm-bosch, vrucht-beladen, Niet oogste waard ?