Tintelingen

Titel
Tintelingen

Jaar
1922

Pagina's
71



Hoe heerlijk als de zonne straalt Van wolkeloozen koepel,

De warmte op je nederdaalt En streelt je, zacht en soepel. Wanneer je aan den wijden plas In strandstoel weggescholen,

Of in een lusteren zomerjas Loopt door een bosch te dolen —

Maar als je zonder schut of dek Een uur of twaalf sjouwen moet. . Dan zeg je gauw: Och zon, verrek, Je brandt me blaren op m’n snoet!

Hoe heerlijk als in ’t middaguur In schaduwrijk priëeltje,

Je knipoogt naar ’t zonnevuur En luierend verveelt je.

In zacht in slaap je knikkebolt,

Je op het gras gaat vlijën, Behaaglijk in elkaar je rolt En zoet je heen voelt glijen —

Maar als je zoo een mooien tuin Met vrachten grint bestraten moet, Het zweet je druppelt van je kruin Dan haat je helschen Zonnegloed.

Hoe heerlijk als op mooien dag Een uurtje je gaat toeren,

En met een weltevreden lach Zoo om je zit te loeren.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.