If pekela / jozef de dromer
in oude killes trof men wel een jood van god en ahasverus tijdgenoot op goede voet zelfs met de dodenengel ik denk aan jozef vrengel
refrein:
aan opsmuk had de man een hekel hij was de sjammes van de pekel
toen ik als kind in pekel kwam ik dacht nog niet aan amsterdam zag ik eerst goed hoe vast hij sliep in het knusse sjoeltje langs het diep
hij las naar oude joden willen des nachts voor alle doden tillem die slopen ongemerkt naar sjoel getooid met talles en tefillen
wie zou uit hinderlijk bedillen zo’n diepe oerstem ooit verstillen posek om posek met de doden een vrouw had jeudn heurn gillen
eens op de seider bij oom bram sliep hij al in nog voor hij kwam en waar is hij daarna gebleven moest hij in sjoel soms seider geven
wie later snachts mijn graven schonden hebben één graf dan ook leeg gevonden van jozef die naar sjoele moest zelfs toen die sjoel allang verwoest
nog zien laatspoken langs de tillen hem gaan met talles en tefillen op weg naar sjoel stampvol met joden bedekt met verse groene zoden
22