en monopoliseeren, groeien de mate van ellende, den druk, en de knechtsscliap; de ontaarding en de uitbuiting; maar ook den opstand der steeds aangroeiende en door het mechanisme van het kapitalistisch voortbrenging sproces-zelf, geschoolde, vereenigcle en georganiseerde arbeidersklasse. De centralisatie der produktiemiddelen en de socialiseering van den arbeid, bereiken een punt waarop zij onverdragelijk worden met hun kapitalistisch omhulsel. Dit springt. Het laatste uur van het kapitalistisch-privaat-eigendom heeft geslagen. De onteigenaars worden onteigend.”