— 45 —
werkzaamheid van allen anderzijds, eene vermeerdering van den rijkdom ten gevolge hebben, die in vergelijking met die van thans verveertigvoudigd zou kunnen worden en zelfs den armsten zöu veroorloven eene bevrediging van zijne behoeften, zóó rijkelijk als heden ten dage den rijkste alleen, dit mogelijk was.
In de Fouriersche „phalanstère” blijft het onderscheid in bezit voortbestaan. Fourier achtte dit zelfs noodzakelijk voor de harmonie, die volgens hem juist uit eene geschikte en verstandige combinatie van tegenstellingen voort kan komen. Zijn socialisme was dat van verwijdering en van harmonie; van elkander déArom bekampende tegenstellingen, omdat zij niet onderling verbonden en dus niet tot eenheid kunnen komen.
Daarom wendde hij zich steeds tot de grooten en aanzienlijken en niet tot de geringen, tot de arbeiders of tot het volk. Alleen de eersten waren in staat zijn plan te doen verwezenlijken.
In de „phalanstère” zou volgens Fourier kapitaal, arbeid en talent zóó worden beloond, dat aan den arbeid vijf-twaalfde, aan het kapitaal vier-twaalfde en aan het talent drie-twaalfde van de arbeidsopbrengst ten goede komt. De beide geslachten zullen volkomen op gelijken voet worden behandeld. Immers zij werken, vergenoegen en beminnen zich, met- en onder elkander. Ook de opvoeding van de kinderen behoort gemeenschappelijk te geschieden ; de kinderen zijn het derde neutrale geslacht en aan hunne opvoeding wijdt Charles Fourier in zijne werken, groote en breede ruimte. Met grondige diepte en met een wonderbaarlijk onderscheidingsvermogen, heeft hij steeds over de opvoeding geschreven en geen pedagoog zal nog heden ten dage deze bladzijden, niet. dan met genoegen lezen.
Wat de verhouding van de geslachten tot elkander aangaat, deze is dóór Fourier van een zeer ruim standpunt bekeken. De critiek, dien hij uitoefent op het tegenwoordig huwelijk, zoowel op zijnen vorm als op zijne uitwassen, behoort tot het scherpste wat daarover ooit is gezegd.
Onder de nieuwe levensverhoudingen, gelijk Fourier ze ons die schilderde, genieten de menschen niet alleen het volle geluk, zij kunnen zelfs bij hunne, zooveel betere, gezondere en natuurlijker levensverhoudingen een hoogeren ouderdom bereiken. Fourier spreekt van het bereiken van een leeftijd van 144 jaren, als doorsnêe-leeftijd.
Het gansche heelal, is volgens Fourier, die zich hierbij op Schelling beroept „het spiegelbeeld van de menschelijke ziel.” De wereld is ter wille van de menschen geschapen; na zijn