Karl Marx en zijne voorgangers

Titel
Karl Marx en zijne voorgangers

Jaar
1902

Overig
Serie: De groote denkers der eeuwen ......

Pagina's
300



33

ziel van zijn leven vèrliezen, in rang beneden andere natieën dalen en eene geheele nieuwe generatie zou er noodig zijn om het geleden verlies weder te boven te komen. Maar als nu eens Frankrijk al die mannen behield, doch op ééne nacht, zou het land evenzoo plotseling verliezen: „Monsieur” (de broeder van den Koning), de hertog van Angoulème, de hertog van Berrij, de hertog van Orleans, de hertog van Bourbon, de hertogin van Angoulème, de hertogin van Berrij, de hertogin van Orleans, de hertogin van Bourbon en mejonk-vrouwe van Condé. Gesteld dat daarnevens op ééne nacht aan Frankrijk, Al de groot-officieren van den Kroon, 41 de ministers van Staat, al de Staatsraden, 41 de leden van de rekenkamer, 41 de Maarschalken, 41 de Kardinalen, 41 de Aartsbisschoppen, groot-vicarissen en kanunikken; 41 de prefecten en onder-prefecten, 41 de beambten der ministeries; alle rechters en nog bovendien de tienduizend rijkste inwoners het land zouden ontvallen, het ongeluk zou zeker te bejammeren zijn, zegt de Saint-Simon, maar het land zou geen noemenswaarde schade door deze verlezen lijden. Het verlies zou zéér spoedig te vergoeden zijn! — En toch zegt hij, hebben al deze menschen, wiens verlies den Staat niet, of zeer weinig voelen zou, den grootsten invloed in onze maatschappij, toch hebben zij méér te zeggen, dan de overgroote massa van producenten en nijveren.”

„De armen moeten mild zijn voor de rijken; de onbekwamen hebben den taak, den bekwamen te leiden en te regeeren. Het is zeker in Frankrijk de omgekeerde wereld!”

„Het is alsof de maan de zon verlicht,” zoo zegt hij vervolgens, „wanneer men ziet, dat de mannen der oude orde, de mannen der conjecturale wetenschappen, leiding meenen te kunnen geven aan nieuwe dingen, aan nieuwe wenschen, aan eene nieuwe orde van zaken, aan den bedrijvige, positieve vooruitgang.” De leiding moet komen aan de kundigsten en aan de bedrijvigsten en de regeerders moeten er toezicht op houden, dat de arbeid ongestoord plaats kan vinden. De arbeid is er, volgens de Saint-Simon, niet om de regeering, omgekeerd, de regeering is er om den arbeid.

Er worde dus gevormd eene eerste Kamer, welke hij „Kamer van Inventie” noemt. Zij zal bestaan uit drie secties. De eerste sectie zal bestaan uit 200 ingenieurs, de tweede uit 50 dichters of literatoren, die nieuwe denkbeelden hebben, de derde uit 25 schilders, 15 beeldhouwers of architecten en uit 10 musici. Zij zal zich moeten bezig houden, met het ontwerpen van werken van openbaar nut, ten doel hebbend den rijkdom van Frankrijk

3

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.