Karl Marx en zijne voorgangers

Titel
Karl Marx en zijne voorgangers

Jaar
1902

Overig
Serie: De groote denkers der eeuwen ......

Pagina's
300



223

Hij wint dus dagelijks aan een arbeider: f 1.80, juist zooveel als het arbeidsloon van de zes uren bedraagt, die hij hem meer laat arbeiden. In die méér-arbeid, ligt de meer-waarde. Der waardewet is hier geen haartje gekrenkt en de kapitalist heeft tóch winst gemaakt. Van andere waren, is de ruilwaarde namelijk vervlogen, zoodra hun verbruik is afgeloopen; de waar arbeidskracht daarentegen, is, nadat het proces afgeloopen is, nog bruikbaar, ook wanneer zooveel van haar is verbruikt, als hare ruilwaarde bedraagt. Daar de waarde van de waar arbeidskracht elastisch of variabel is, d. w. z. met de voortschrijdende beschavings-toestanden steeds geringer wordt, terwijl de voortbrengingsge-schiktheid van de arbeidskracht niet inkrimpt, — d. w. z. de arbeider zou 12 en meer uren kunnen arbeiden, ook wanneer tot reproduktie van zijne dagelijksche arbeidskracht slechts 6 uren arbeids en minder noodig zouden zijn, — zoo kan de kooper der arbeidskracht, in ons voorbeeld de heer Jansen dus, de warenwaarde derzelve ten volle betalen en desniettemin méér-waarde overhouden. In enkele woorden dus: het verschil tusschen de gebruikswaarde en de ruilwaarde van de waar arbeidskracht, vormt de meerwaarde.

Het historisch toeëigenen van de meerwaarde, geschiedde zonder twijfel door het zich toeëigenen van vreemde waarde; hetzij door middel der waren-cirkulatie van het koopmanskapitaal, of, geheel onverbloemd, door het woekerkapitaal. Maar deze beide soorten van kapitaal-formaties, konden alleen in de samenleving ontstaan, door schennis van de wetten der warencirkulatie, door grove schennis van haar grondwet, dat waarden, alleen tegen gelijke waarden geruild kunnen worden. Het kapitaal stond daarvandaan, zoolang het handels- en woekerkapitaal was, in eene tegenstelling tot de economische organisatie van zijn tijd, en daarmede ook in tegenstelling, tot de moreele inzichten van zijn tijd. In de Oudheid, evenals in de Middeleeuwen stonden handel en woeker in een slechten reuk; zij werden op gelijke wijze gebrandmerkt, zoowel door de antieke Philosophen, door de heilige Kerkvaders, als door de Pausen. Met uitzondering van Calvijn, hebben ook de Hervormers — Luther niet voor ’t minst — handel en wroeker scherp veroordeeld.

Wij moeten dan ook, om het kapitaal te onderkennen, tot deze zijne voorwereldsche vormen teruggaan. Eerst nadat hoogere vormen van kapitaal zich hadden ontwikkeld, konden zich ook tusschenvormen ontwikkelen, die de funkties van het handelskapitaal en het rentegevend kapitaal, in overeenstemming konden brengen, met de wetten van de thans heerschende warenproduktie.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.