III
Is dit zoo, en er is dunkt ons niet aan te twijfelen, dan behoeft men, om een duidelijk beeld van de theorie voor zich te hebben, gelijk zij ons wordt verklaard, ook te kennen, de wortels waaruit als ’t ware de stam is opgegroeid. Met andere woorden : men moet de stelsels kennen, zij het dan ook in groote en alge-meene trekken, waaruit zij als theorieën zich hebben ontwikkeld. In de geheele wetenschap is dat een systeem, dat door geen ernstig onderzoeker meer wordt ongebruikt gelaten, waar het hem te doen is om een goed beeld van het terrein dat hij moet overzien, te verkrijgen. Dit moet ook bij de wetenschap, die het socialisme ons heeft verschaft, zoowel in de staathuishoudkunde, in de philosophie als in de sociologie, de methode van ons onderzoek zijn.
En daarom zal in de volgende bladzijden het socialisme, zooals het zich heeft doen kennen in en na de fransche Revolutie van 1789, worden behandeld. Zoo zullen de lezers ook kennis kunnen nemen van de scholen der eerste groote denkers van het socialisme, in de eerste helft van de negentiende eeuw.
En niet minder zullen zij worden in kennis gesteld, met de groote philosophen uit dit tijdperk in Duitschland, omdat ook daaruit de sappen zijn getrokken, die Karei Marx in zich heeft opgezogen, ten einde daaruit zijne wereldbeschouwing te kunnen construeeren, daarin bijgestaan door zijn talent-vollen trouwen vriend Friederich Engels. Want het moet hier op den voorgrond worden geplaatst, waar Marx genoemd wordt, kan dit bijna nooit anders geschieden, zonder dat zijn vriend Engels er jxël bij te pas komt. Waar wij den laatsten dus niet altijd zullen noemen, daar, men vergete het niet, geschiedt dit omdat Marx, Engels in-zich bevat; terwijl wij het aan den laatste in zoo groote mate te danken hebben, dat wij den eerste begrepen hebben. De grootste popularisator van Marx’ denkbeelden en de man, die dezen heeft uitgewerkt waar Marx’ ons alleen schema’s heeft kunnen geven, is ten allen tijde Fried-rich Engels ’t eerst geweest.
En wij zullen vervolgens ook nog, om een meer volledig beeld te verkrijgen, de staatkundige stelsels doen kennen, waaruit Marx’ economie is voortgekomen en ten slotte de stelsels van anderen, die eenerzijdsch met die van Marx paralel liepen, anderzijdsch eene andere richting gingen dan de zijne.
Wij hopen hiermede te bereiken wat wij wenschen dat be-Teikt worde: den lezer zelf in staat te stellen, zich een zelfstandig oordeel te vormen over eene der belangrijkste, zoo niet het belangrijkste verschijnsel van onzen tijd. Of wij daarin ge-