een of ander vak. De nadruk valt op landarbeid. De jongens en meisjes gaan op een bepaalde leeftijd naar een van de kolonies en volgen daar hetzelfde rooster. Doordat zij opgenomen worden in het collectieve verband van de groep, groeien zij samen met het werk en de sfeer van de kolonie.
Tenslotte vormen zij dan eigen groepen, die met behulp van de Joods nationale instanties nieuwe kolonisatie punten bezetten en er nederzettingen stichten. Een deel van de kinderen nu wordt opgevoed in speciale kinderdorpen. De discipline is hier buitengewoon groot. Het maken van fouten is niet alleen maar een fout tegen een onderwijzer of leider maar tegen allen en tegen je zelf.
De verantwoordelijkheid voor het geheel ligt bij ieder en het vervullen van taken en opdrachten (alles volgens rooster) wordt van een ongekende vanzelfsprekendheid. De kinderen worden vrij en onbevangen. Zij durven hun mening ronduit uit te spreken. Autoriteitsgeloof treedt op de achtergrond, gehoorzaamheid wordt geen blinde gehoorzaamheid. Maar wie hen in staat is iets duidelijk te maken, heeft ze beter en langer dan kinderen van een groep die door opvoedingsdressuur gevormd is.
Geschiedenis en folklore krijgen in een dergelijke groep een bijzondere betekenis. Er ontstaat veel begrip voor het leed en de zorg van anderen en de liefde voor alle kinderen van hun volk in ballingschap is ongemeen sterk. De natuur kennen zij uit de dagelijkse omgeving. Zij zijn er mee vertrouwd.
Ik heb toen ik hun zorg voor bloemen en planten heb gezien, hun rhythmische dansen en hun onbezorgde gang vaak moeten denken aan hun vaders en
71