en toch.... Tel Aviv is de enige volkomen Joodse stad in de wereld. Hier leeft het Joodse volk, het nieuwe Joodse volk. Hier bouwt het, hier woont het — werkt — speelt en zingt.
Het merkwaardige van Tel Aviv is niet dat in deze stad alleen of bijna alleen Joden wonen. Het kenmerkende is dat hier de ballingschap en alles waarop zij haar stempel drukt zo volkomen is verdwenen, dat het lijkt alsof zij nimmer heeft bestaan. Later hoop ik nog meer over Tel Aviv en haar instellingen, haar mensen en haar leven te vertellen.
Nu alleen iets over de 30ste November in Tel Aviv.
Vlaggen en kinderstoeten, dans en muziek in een voortdurende warreling. Hier werd afgerekend met het leed van eeuwen. Hier trachtte men de zorg om gisteren en om .... morgen te vergeten.
Am Jisraeel chaj — Het Joodse volk leeft — dat klonk honderdmaal, duizendmaal hoog op tussen de bomen van de Rotschildavenue, langs de hoge huizen van de Allenbeyroad.
Het volk leeft — er klonk iets in van .... en toch leeft het volk — uitdaging aan de vernietiging in het verleden — en iets van .... wij zullen overleven — tartend tot de vijanden van morgen. Waren zij inderdaad onoverwinnelijk deze juichende kinderen — zou hun moed en geloof niet stuk breken tegen de overmacht van een vijandige wereld? Ik besprak deze vraag met mijn vrienden in Tel Aviv. „Wij zullen overwinnen” — zeiden zij — dit is een test-case voor het geweten van de mensheid en voor het slagen van het plan tot een verenigde wereld.
Deze kinderen en hun ouders hebben geleerd alleen te zijn en in de steek gelaten te worden. Men kan het
SO