En toch leefden wij

Titel
En toch leefden wij

Jaar
2015

Pagina's
235



geen van haar vorige vlammen aan de schouders.

Nog maar een paar maanden met Eva getrouwd - inofficieel woonden zij bij ons thuis in de Hacquartstraat, ingeschreven was hij op kamers in de Rivierenbuurt - verscheen hij op een middag alleen in de slaapkamer van mijn ouders waar ik, ziek, op mijn moeders bed lag te lezen. Ongevraagd kwam hij op de rand van het bed zitten en voor ik er erg in had, lag hij over mij heen en probeerde hij mij - bijna met geweld - te tongzoenen. Ik was zo perplex dat ik alleen nog maar dacht hoe ik hem zo snel en pijnloos mogelijk kwijt kon raken. Wonder boven wonder lukte dat door argeloos en uiterlijk onaangedaan op ziek te spelen. Inwendig kookte ik. Hoe durfde-ie, pas getrouwd en dan nog bij het vijftienjarige zusje van zijn eigen vrouw. Om geen trammelant te veroorzaken besloot ik er niemand, ook Ruth niet, een woord over te zeggen. Tegenover hem deed ik voortaan alsof er niets tussen ons was voorgevallen. Het eerste was achteraf bezien misschien niet zo verstandig, het laatste had tot gevolg dat hij zich verbeeldde dat zijn avances niet waren overgekomen. Waarschijnlijk hoopte hij nu, het weekend van Eva’s verjaardag, dat ik, een jaar ouder geworden, ontvankelijker zou blijken.

De gedachte dat hij voor mij niet in aanmerking kwam, drong zich kennelijk niet aan hem op. In elk geval liet hij geen poging achterwege mij in huize Vis alleen op te wachten. Evenzoveel keren wist ik hem nipt te ontglippen. Ten slotte nam hij, murw geworden, zijn toevlucht tot een vlammende liefdesverklaring op papier, die hij mij in de drukke huiskamer toespeelde. Wat zich bij het lezen ervan op mijn gezicht afspeelde, kan ik alleen vermoeden. Maar Eva, zittend aan de andere kant van de ruime kamer, kreet ineens wantrouwend “Geef dat hier.” In een reflex verfrommelde ik het gevorderde stuk tot een prop en mikte het in de brandende kachel. Later, onder vier ogen, probeerde ze mij op de voor haar typerende vlei-manier te ontlokken in hoeverre Wim zich over haar had beklaagd bij mij. Opgelucht door haar interpretatie van het brief-intermezzo hield ik mij in mijn antwoord zoveel mogelijk op de vlakte. Na deze 2ie november 1943 zag ik haar pas in 1946 terug en wel in (het toenmalige) Palestina. Wij beiden waren toen vol van nieuwe ervaringen zodat er over dit voorval uit een ‘ver’ verleden nooit meer een woord tussen ons is gewisseld.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.