Tine Durieu

Titel
Tine Durieu

Jaar
1922

Druk
1922

Overig
1ed 1922

Pagina's
235



zei Dirkje trotseh. „Een bobbert, hoor! Ze weegt negen pond.”

„As je me nou!” riep de bakker in stomme bewondering.

„Ja ! En krek meneer, zoo donker van haar en gelaat. Maar de oogen heeft ’t van mevrouw, zulke groote, donker-blauwe oogen.”

„Wat zalle ze groos zijn.”

„Reken maar!”

„Ik stuur de volgende week een fijnen tulband, hoor !”

„Die zulle we op je gezondheid opeten, man !” Dirkje had het dien morgen druk met al de belangstellende leveranciers in te lichten hoe’n „reuze-meid” de kleine Lilian wel was.

Eenige weken later, op een mooien dag op het einde van September, stond Ernst in den tuin, bezig zijn kodak in te stellen.

Voor de open serredeuren, beschenen door de warme zonnestralen, stond Tine, in haar armen de kleine Lilian.

„Blijf zoo staan, vrouwke,” riep Ernst en zijn oogen keken vol bewondering naar het mooie, teere vrouwtje met de baby in haar armen.

„Wat een rijk stel zijn jullie !” riep zijn juichende stem haar toe.

Knip ! zei de Camera en weer was voor de zooveelste maal sinds Lilian’s geboorte een kiek genomen van moeder en dochter.

236

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.