zitten ze nu op rieten stoelen, en de kopjes chocola zijn heelemaal weg, ze staan ook niet meer op tafel. ״En ze bakten hun brooddeeg op heete steenen." En of ze dat deden! Ze knikt en lacht —, want daar weet ze alles van. ״En ze trokken door de Roode Zee.... en ze ontvingen de Wet op den Sinaïe." De dokter zegt ״Sinaïe", zij heeft ״Sinaj" geleerd. Maar vreemd, dat hij die dingen weet.... het kan toch niet zijn dat hij ooit op een Joodsche school is geweest?.... ״De Sinaïe is een mooie berg, een zeer mooie en indrukwekkende berg." Wat nu, wat is dat nu? Het klinkt precies alsof de dokter zei ״Mozes is een heel aardige man." Ze durft wel nauwelijks, maar moet het vragen, eer hij verder spreekt.... ״Leeft de berg Sinaj dan nog?" Nu lachen mevrouw en haar dochter allebei.... dat komt doordat ze niet begrijpen.... Ze vraagt nu anders. ״Bestaat de berg Sinaj dan werkelijk?".... maar het eerste
was beter. Mozes en de Berg Sinaj.....en Mozes is
toch óók al vele duizenden jaren dood! ״En de Roode Zee.... en Egypte....?" Egypte, waar de Nijl is! Ach ja, natuurlijk.... maar de Roode Zee? De dokter heeft zelf de Roode Zee gezien.... die is niet rood.... en van een groot schip af, heeft hij ook den Berg Sinaï gezien.... Hoor, hoe hij vertelt! De lucht was blauw, de zon was goud, het zand was geel, het water blauw.... en daarna kwamen ze in een Kanaal, en het schip voer toen tusschen vlakke zanden. En er waren.... ja, raad eens wat er waren.... er kwam een man aan boord, in een haven, die heette Port-Saïd.... weet je wat hij droeg in zijn hand? Zij natuurlijk niet, maar mevrouw en de dochter gaan raden.... Waren het struisveeren ? Waren het edelsteenen? Waren het zijden doeken? Neen, het
36