DE KLAS VAN TWAALF
naar de tweede en vond daar gelukkig geen zitten-blijf-sters, dus was en bleef de klas van twaalf. En daarna werd het Paasvacantie en daarna kwamen ze als „tweede terug en zagen de „kleintjes”, achttien, een grote klas, veertien meisjes en vier jongens, die voor het toelatingsexamen waren geslaagd. Er waren er nog meer geëxamineerd, wel over de twintig, maar de rest was gezakt. De school bloeide en de directeur keek een ietsje minder nors.
Mijnheer Adelink vertelde Lea, bij wie hij aan huis kwam, want Lea’s vader handelde in antiquiteiten en mijnheer
Adelink was daar een groot liefhebber van.....mijnheer
Adelink vertelde Lea in diep geheim, dat hij voor Marie Mol hard had moeten pleiten, maar dat ze op haar goed gedrag doorgelaten was en in de tweede erg poot-aan zou moeten spelen. Anna, Anlce, Tine, Jet, Door en Jeanne waren uitstekend of tenminste heel goed, de rest gewoon-goed of middelmatig overgegaan. Nel en Door met een preek, om ze tot „meerdere kalmte en ordelijkheid” aan te manen.
En toen ze daar nu voor de eerste dag na de Paasvacantie op het schoolplein kwamen, als veteranen, als oudgedienden, en de schuchtere nieuwelingen zagen staan, een troep van bange schapen bij elkaar.... dat was toch v/el een groot gevoel!
Een jaar voorbij! Wat gauw toch eigenlijk nog gegaan. Weer zonnige tulpen in stralend lentegras, weer de kruidige geur der dikke, frisse hyacinthen in de lucht, en in de straat langs de school dezelfde oude sukkel met hetzelfde karretje met radijs....
60