meester had alweer gezegd... 'o... zit jij te suffen.'
Werd 'r geen schoolgeld opgehaald? Ach nee, 't was immers dinsdag... Kwam 'r vandaag geen één te laat? Hé... als nou eris inenen de deur openging en die dikke meneer van de commissie kwam, die laatst zo vrindelij k tegen 'm was geweest... dan was 't meteen uit met leren... omdat die meneer altoos maar vertellen en babbelen wou en dan mochten ze zingen, wat ze wouen... en overhard lachen... en de meester stond in 'n hoekie en keek zuur... 't Jongetje glimlachte bij de herinnering... en dat-ie de laatste keer tussen die-meneer-z'n-knieën had gestaan voor de klas... en 'm juist in z'n kleine oogjes had gekeken, achter z'n glimmende gouen bril... kwam-ie nou maar weer. Maar er gebeurde niets... en de deur, waar 't jongetje verlangend z'n ogen op had, bleef gesloten.
In de klas werd nu een beetje geroezemoesd, voorge-babbeld over dat heerlijk-interessante verhaal van de Friezen-en-Batavieren. De meester met langzame, afgemeten bewegingen van saai-suffe schoolvos ging naar de ramen en liet, om de te gul binnenstromende zon, de gordijnen zakken. Ratelend kletterden ze, een voor een, naar beneden, sloten de vrolijke zon buiten, namen 't blije gouden licht weg. En dat dee 't jongetje nog bedroefder worden, z'n hartje nog zwaarder van beklemming. Want nu was de klas helemaal 'n gevangenis, bond niets hem meer aan 't blije buiten, met 't paardje in de zonnige wei, met de lichte straten, waar nu de grote mensen liepen te wandelen, of 'r geen school was.
Wat leek 't nu duister hier binnen die gesloten gordijnen en wat kil ook voelde inenen die schaduw, na de warme kieteling der zon. Hij huiverde erin. 't Blad van z'n bank, zo even glanzend bruin in 't licht, was nu koud-blauwig overschaduwd met enkele matte, koele glimplek-ken en de inkt in z'n potje, waarin tevoren een lichtje als 'n sterretje had getinteld, dof zwart en groezel.
De meester was weer voor de klasse terug en beval op z'n kortaffe manier, met z'n droge stem: 'stilte... boeken vóór...'
Blij-haastig legden ze nu allemaal 't nieuwe boekje open, dat aan de witte binnenkant van z'n omslag smalle
69