‘Ja. De wraak van een geval. Dat een mens een geval kan worden, had ik nooit vermoed.’
‘Al zou ik op die beslissing terug willen komen, dan zou ik dat na dit gesprek niet meer kunnen, meneer Staalmeester.’
‘Dat heb ik vooraf al begrepen, meneer de directeur. Ik vertrek samen met Cornelis Swart.’
‘Uw zinspeling op Brutus heeft mij bijzonder gegriefd, meneer Staalmeester.’
‘Dat verheugt me, meneer de directeur.’
Ze keken elkander zwijgend aan, lange tijd. Zagen dat ze beiden even sterk waren. Toen beduidde de hoofddirecteur met een handgebaar dat Jonas Staalmeester kon vertrekken. En lang nadat Jonas de deur achter zich gesloten had, staarde de hoofddirecteur nog steeds voor zich uit. En kwam niet meer tot werken.
86