kern in zijn kantoor, halterde hij met zijn bureaustoel. Dan keek hij uitdagend naar de Ehrlichkant en zelfverzekerd lachend naar zijn clan. En hij at als een houthakker. Hij schreef regelmatig aan zijn compagnon over de zaken, want dat stond buiten de strijd, maar hij voegde steevast bij zijn berichten rouwbrieven en overlijdensadvertenties van zakenrelaties en verre bekenden. Pieter voerde zijn koude oorlog met raffinement.
Maar op een dag wilde hij weer stiekem een zware stoel tillen. Toen hij het gevaarte op borsthoogte had, begon hij te wankelen en viel. Hij kneusde zijn been en verzwikte zijn pols en kon niet meer opstaan. Op zijn hulpgeroep snelde het personeel toe. Eerst vond Van Oven die eerlijke hulpvaardigheid en de tranen van een typistetje hartversterkend en liet zich vertroetelen, maar toen in de drom personeel een ander meisje op angstige fluistertoon vroeg: ‘Heeft de baas een beroerte?’ snauwde hij hen het kantoor uit. En zijn woelende gedachten brachten de kerstgratificatie in ernstig gevaar.
Hij was gedwongen zijn compagnon te telefoneren om terug te komen. Het was hem onmogelijk brieven en cheques te tekenen. Na dit telefoongesprek fleurde Jacob Ehrlich op als een verdorde plant die water kreeg. Hij liet die avond gedwee toe dat zijn vrouw zijn bord volschepte met allerlei lekkere dinerdingetjes en at met veel, heel veel smaak. Maar sportief brak hij zijn vakantie af en reisde per vliegtuig terug.
Hij vond Pieter van Oven achter zijn bureau, arm en been fors om-zwachteld. Daarop was Pieter innerlijk geweldig trots.. . de trouwe oude bevelhebber die zijn post niet verliet!! En Pieter herinnerde zich, met een brok in de keel, een plaat uit de Frans-Duitse oorlog van 1870, waarop een oude kolonel onder zijn vlag en op een heuveltje, omringd door jonge soldaten, de aftocht dekte. Ten dode gedoemd, maar.. . machtig heldendom! En Pieter voelde zich niet minder dan die kolonel. Maar nu Jacob was teruggekeerd, liet hij zich toch snel door zijn vrouw overreden om nu ook eens met ziekteverlof te gaan. Waren zijn kwetsuren soms minder dan die zenuwenkomedie van Jacob Ehrlich? Nee. .. ze waren veel ernstiger. En daarom ging hij met vakantie.
48