Izzudaar

hekken van het parlement . . . onze papa’s wisten wel anders met jullie om te gaan. . . rustig, rustig, dat zijn geen gedachten voor een modern man. . . dat zijn gedachten van een geweldenaar. . . dat zijn. . .

De minister-president nam weer plaats achter zijn schrijftafel. Nadenkend tikte hij met een briefopener in de palm van zijn hand. Hij moest dat geval eens laten onderzoeken. Bij Justitie bewaarde men zelfs nog processtukken uit de vijftiende eeuw. Het zou interessant zijn om te weten, wat er toen was gebeurd. Maar wie moest hij het vragen? Aan de minister van Justitie? Maar die ging zelf niet delven in die papierberg... hij zou er iemand mee belasten. I:n als die iemand ging praten ?

Weer sprong hij op en drentelde. Het zweet brak hem nu Wérkelijk wat uit. Verbeeld je dat de pers. . . de pers!! er de lucht van kreeg door een tip. Die panters, ze zouden hem bespringen en verscheuren. Wat voor koppen zouden ze met wellust bedenken, wat voor karikaturen zouden die politieke tekenaars op het papier smijten, wat voor zetduivels zouden de redacties loslaten om die de andere dag zoetsappig weer in het gareel te roepen? Die koppen! Ministerpresident afstammeling van lustmoordenaar.'?! Voorvader ministerpresident gehangen wegens straatroof'! En dan die tekeningen.. .. hij, met een louche gezicht en toch sprekende gelijkenis. . . en natuurlijk bloed, dat van zijn vingers droop. Rood gedrukt, maar die extra-kosten hadden ze er graag voor over.

Oh, kon hij ze maar aan, . . welke dwaas had dat uitgedacht, vrijheid van drukpers. . . levenslang had die kerel moeten hebben. Nee, geen onderzoek, dan maar liever de onzekerheid meegedragen rot het graf. Niemand wist immers iets, niemand? En die stamboom dan, die onderstreping.'' Er was iemand en dat was Geurt Engelman. Hij. . . met zijn kornuiten. I angzaam zou die bende uit zijn donkere hoek treden, uitzwermen, fluisteren, naar links, naar rechts... de afpersers!

Maar die voorvader hoefde toch geen schurk te zijn. Misschien hadden ze hem gepijnigd en had hij bekend waaraan hij part noch deel

38