Isaäc de Fuentes

‘Leef met het heden, Isaac,’ zegt Anatole zacht.

‘Dat is gemakkelijk te zeggen voor iemand die nog met al zijn levenden verbonden is, maar niet voor hem, die gekoppeld is aan een dierbare dode. Alle vreugde wordt dan getemperd door de herinnering. Maar weet je, Anatole, toch is ook dat een vreugde; zó geschapen te zijn, dat men zijn dierbaren niet vergeten kan.’ Anatole zwijgt. Het verheugt hem, dat het leven hem nog niet heeft genoodzaakt Isaacs ondervinding op waarheid te toetsen. Na het avondeten gaan beiden zitten lezen en roken, totdat Madeleine thuiskomt met de kinderen. Deze drukte doet alle melancholie verdwijnen en daarvoor zorgt Madeleine wel het meest met haar bedrijvige, vrolijke persoonlijkheid.

Als de kinderen naar bed zijn, komt Madeleine lachend de kamer in. Zij opent energiek de ramen, want de sigarenrook slaat brandend op haar ogen. Het protest van de heren helpt niet en zij sluit de vensters niet eerder, voordat het laatste greintje rooklucht verdwenen is. Als zoenoffer schenkt zij daarna, met een brede glimlach, koffie voor hen in. Dan strijkt zij haar man over het dikke, grijze haar en gaat behaaglijk zitten, haar rokken breeduit draperend.

‘Wel, Isaac, ik heb goed nieuws voor je! Raad eens!’

Zij wacht het antwoord niet af.

‘Ik heb een huishoudster voor je! Morgen zal ze zich komen voorstellen. Je moet haar nemen, want ze is juist degene, die jij hebben moet. Een prachtexemplaar, Isaac! Ze stamt uit een Zeeuwse schippersfamilie, heeft in goede huizen gediend en heeft de beste getuigen. Maar je moet geen haast maken, want het spijt ons toch zo, dat je ons gaat verlaten.’

Zo babbelt Madeleine maar voort, ondertussen koekjes etend en breiend. Ze merkt niet, dat Anatole stil achter de hand geeuw't en Isaac zijn gastvrouw steeds meer verwonderd aankijkt om deze woordenstroom.

Het is reeds halftwaalf als Madeleine eindelijk opstaat en de beide mannen naar bed jaagt, vrolijk, onvermoeid, maar zeer beslist.

De volgende middag stelt de Zeeuwse huishoudster zich voor. Zij is een flinke, knappe vrouw, vóór in de veertig, met een mooi, rechtschapen, enigszins streng gezicht. Haar optreden is rusdg en beschaafd en zij laat de indruk achter van een onver-

39