Op het dek van het beurtschip 'De Sterke Broeder’ staat Isaac de Fuentes uit Le Havre en staart afwezig in de verte over de woelige, korte, schuimende golven van de Lek.
Hij is een fors gebouwd man, zijn 55 jaren zijn hem geen last. Het energieke gelaat met korte baard en geschoren bovenlip dwingt respect af en velen zullen, tegen hun wil, schuchter gegroet hebben, als Isaac de Fuentes zijn strenge, donkere ogen op hen richtte.
Met hem reist zijn zoontje Eli. Het kereltje is 6 jaar, donkerblond van haar. Met dezelfde ogen als zijn vader, doch grijs. Isaac de Fuentes zeilt op Rotterdam, het laatste deel van een lange reis over land. Van Le Havre door België en Brabant naar de grote Hollandse koopstad.
Hij verliet het Franse land, toen daar zijn vrouw Ester gestorven was, na een kort en gelukkig huwelijk. Hij was laat getrouwd; de jaren in Napoleons legers waren voor hem wel rijk aan gebeurtenissen en ervaringen geweest; materiële voordelen had hij er niet van genoten. Het bewind van Lodewijk XVIII liet de jonge Joodse kolonel zonder pensioen, omdat hij de gedachtenis aan de Keizer trouw wilde blijven, die zijn volk had opgenomen als Fransen en aan hen gelijkgesteld.
Niets nam hij mee naar het Noordwesten dan de herinnering aan een grootse tijd. Hij liet er een verzorgd graf en een zaak in scheepsbenodigdheden achter.
Vele gedachten komen in hem op als hij staat op het dek van het
13