wederkeren. Nu zijn er anderen, geen mannen van traditie, van geslachten, die een fakkel brandend hielden en overgaven van vader op zoon. Het zijn kinderen van arbeiders en kleine burgers, studerend van beurzen of van de krampachtige besparingen hunner ouders. Zij zijn braaf maar zij kennen die wereld niet, die rijke wereld van grootse zaken, van forse behuizingen, van allure en traditie. Hun ideaal is de grauwe massa, een heersende beambtenkaste, afgepaste en kleine goederentoewijzingen van eenvormige en lelijke uitvoering. Aan hun experimenten gaat een wereld te gronde en dit volk is te moe, te lauw en te lui om zich te verzetten. Dit volk ziet de zwendel niet, doorgrondt de propaganda niet, die beter leven suggereert, doch het erfdeel aanvreet en het individuele, dat er nog was, omvormt tot langzaam bedekkende, alverstikkende angst en somberheid.
In mij brandt de herinnering aan mijn jeugd, aan de dagen van mijn vader, aan het verhaal van grootvaders leven. En voor ik terugkeer naar al degenen uit mijn vorige levens, tot hen die nog niet weergekomen zijn in hun stoffelijk omhulsel op deze aarde, zal ik U vertellen van mijn grootvader Isaac de Fuentes. Eén herinnering uit een reeks van leed en dood in al mijn levens. Een goede herinnering.