Xestij׳ jaar geleden verscheen ״Van Twee )oodsche Vrager-tjes” van juf Clara Asscher-Finkhof. Het was bedoeld om hij het Joodse godsdienstonderwijs te gebruiken; niet als ״door-ren-boekje ”, maar als een boekje om over te praten en om vragen mee te ontlokken. IX• Hva en Jacob uit dit boekje stellen vele vragen. Vragen die betrekking hebben op het Joodse leven: de Sjabbat, de feest dagen, de synagogediensten enz.
De Rabbijn Jitschak Vorst schreef de inleiding bij deze facsimile-herdruk van hèt boekje, dat generaties Joodse kinde-ren vertrouwd maakte met de gebruiken uit het Joodse leven. Clara Asscher-Finkhof en Rabbijn Jitschak Vorst zijn geen vreemden voor elkaar: ze zaten samen in Westerbork. In haar boek ״Sterrekinderen" schreef ze over hem als dat kleine jongetje, dat voor de deur van de school in Westerbork een Hebreeuws liedje (״Aschrénoe - gelukkig zijn wij”) zingt -niet begrijpend, onbewust.
Over de door hem geschreven inleiding zegt Clara Asscher-Pinkhof: ,,Het is een gedicht, waarvan ieder woord mij iets te zeggen had. Ik heb het gelezen en herlezen en ik besefte opnieuw hoe 'n gezegend vak het mijne is en was: het vak van schooljuffrouw. Als je op 82-jarige leeftijd duidelijk wordt gemaakt, dat niets van het contact in de veelbewogen 40 jaar, die sindsdien verliepen, verloren is gegaan tussen het vijfjarig jongetje van toen en de moeder-schooljuffrouw die ik toen mocht zijn, dan weet je: het is de-moeite-waard-geweest.”
ISBN 90 6116 001 3