stui-ter*
Die heeft hij van Oom Jo*
Het wa-ren eerst veel meer knik-kers. Maar tel-kens heeft hij er een paar ver-lo-ren*
Zijn zak was ook veel te vol*
Dan heeft hij een stuk-je krijt*
Dat lag bij de inkt-pot van va-der*
Hij vroeg of hij het mocht heb-ben. En het mocht.
Dan heeft hij een stuk-je steen-kool* Uit de ko-len-bak*
Hij vond het zo mooi bij het stuk-je krijt*
Zwart met wit*
Dan heeft hij een klein plaat-je*
Van den krui-de-nier, toen hij voor moe-der wat haal-de*
Dan heeft hij een stuk-je ve-ter*
Dat is van zijn schoen af-ge-bro-ken*