48
steekt ze wijd uit.
Toos heeft me-de-lij-den met haar.
Ze neemt de pop in haar ar-men.
En ze gaat in den tuin zit-ten wach-ten, tot de kleer-tjes droog zijn.
Maar Toos kijkt nog wel een beet-je streng.
Pop mag niet den-ken, dat Toos al weer hee-le-maal goed op haar is!
Als-of het zóó maar niets was!
In een plas met mod-der te gaan lig-gen!
En je kleer-tjes nat en vies te ma-ken!
Nee, hoor!