H
0
0
E
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Joost z'n oogen werden zoo groot als guldens.
Hij mocht ook aan tafel naast haar zitten, en dat vond hij een heele eer. Ze zei altijd, dat hij zoo flink kon eten. Dat was ook waar, want Joost had altijd honger, als hij uit school kwam, en doordat tante Mart niet meer op school ging, had ze ook lang zoo'n honger niet en kon ze maar niet ophouden te zeggen hoe een kranige kerel ze Joost vond. Dat hoorde hij graag.
Dien eenen dag, toen hij alle drie tantes sprak, ging hij op weg naar school langs het huis van tante Riek, om Peter af te halen. Peter was dat neefje, dat net zoo oud was als hij. Ze gingen meestal samen naar school, dus dat was heel gewoon, dat hij tante Riek zag.
Maar nu komt het van tante Jo!
Toen hij doodgewoon de klas binnenstapte, en nergens aan dacht, hoorde hij ineens een bekende stem: „Dag Joost.”
En... in plaats van de gewone juffrouw van zijn klas, zag hij daar voor de klas staan... tante Jo!
Joost z'n oogen werden zoo groot als guldens. Wat deed tante Jo daar in zijn eigen school? Ze was toch niet ineens een klein meisje geworden, dat met hem school ging?
„Dag ... e ... dag tante", zei hij zachtjes en verlegen. En anders was hij nooit verlegen voor tante Jo.
En toen vroeg hij: „Wat komt u hier doen ?”
„Ik ben vandaag jouw schooljuffrouw”, zei tante trotsch.
Nee, dat kon Joost maar zoo niet gelooven.
Tante Jo, die net een jongen was, of net een groote zus, die kon toch maar zoo ineens niet je schooljuffrouw zijn geworden?
„Jouw juffrouw is een beetje ziek vandaag,” zei tante. „Niet erg, gelukkig. En nu mag ik jouw juffrouw Zijn.”
„O!” riep Joost, veel harder dan je anders op school iets durft roepen, „wat fijn, wat fijn!”
En hij gaf tante Jo zoo maar voor de klas een dikke zoen.