nooit mocht ii|den door een poging, om taal schoonheid
(dus Nederlandsche) als hoofddoel der vertaling te stellen.
En kennende het verschil tusschen toen en nu, tusschen
Oost en West (ZuidsSpanje behoorde toen tot het Oosten),
tusschen de korte, heet geconcentreerde Hebreeuwschetaal,
zwaar van inhoud, — en het rustige, breede, meer woorden
gebruikende Nederlandsch, besloot ik: geen rijm toe te
passen; en in de meeste gevallen slechts een rhythme te
gebruiken dat de stemming méé kan opwekken, zooals in
het oorspronkelijke het geval was.
Trouwens, eenige in de laatste jaren verschenen frag»
mentarische vertalingen in het Duitsch hadden mij be»
wezen, dat de vertalers een misgreep hadden gedaan door
rijmen moderne Duitsche rhythmiek toe te passen. Er ont»
stond dan wel iets van schoonheid, maar er bleef weinig
van Jehoeda Halevi over.
Dit dus over mijn poging. En mocht iemand in staat
blijken, Jehoeda Halevi in het Nederlandsch te vertalen
zonder hem onrecht aan te doen, en daarbij toch aan de
werkelijk Nederlandsche dichtvormen hun volle maat
toe te bedeeien .... dan behoud ik de voldoening, geslagen
te zijn in een edel toernooi, voor de eer van een der ver«
hevenste onzer vorsten.
ié