75
te komen; de Duitschers bemerkten eveneens, dat zij door deze methode alles desorganiseerden en de deportaties niet verder op deze manier konden volvoeren, die nl. voor de overige Nederlandsche bevolking het minst in het oog liep. Anderzijds was deze dreigende chaos ook niet in het belang van de nog achtergebleven joodsche bevolking. De Duitschers begonnen derhalve in de tweede helft van de maand September 1942 met het geven van een nieuw soort vrijstelling, die nl. verstrekt werd door het afstempelen van het persoonsbewijs („Inhaber dieses Ausweises iSt bis auf Weiteres vom Arbeitseinsatz freigestellt. Nr..."). Er waren verschillende soorten stempels. De Duitschers hadden verscheidene groepen ingesteld, hetgeen door het nummer van den stempel tot uitdrukking kwam, te weten:
10.001 e.v. neutrale buitenlanders. Hieronder vielen ook de Portugeesche Joden, die zich hiervoor via het Portugeesche Kerkgenootschap hadden aangemeld; de Duitschers behandelden dezen met eenige voorkeur, omdat hun joodsche afstamming niet zuiver vaststond; zij werden in Januari 1944 eveneens gedeporteerd, echter naar het voorkeurkamp Theresienstadt. Andere neutrale buitenlanders moesten repa-trieeren, zooals Turken, Zwitsers.
20.001 e.v. gedoopte Joden. De aanmelding geschiedde via de verschillende kerkgenootschappen.
30.001 e.v. afstammingsonderzoek. Het betrof hier een klein aantal personen, die zich wel is waar als Joden hadden opgegeven, maar aan hun joodsche afstamming om de een of andere reden twijfelden en derhalve een dienovereenkomstig request hadden ingediend (Deze stempel werd ook wel naar het hoofd van het afstam-mingsbureau „Callmeyer-stempel" genoemd).
40.001 e.v. „Wehrmacht"-stempel. Deze werd verstrekt aan Joden, die direct of indirect voor de Duitsche „Wehrmacht" werkzaam waren,- de aanmelding geschiedde door de „Verwalter" of directie van de desbetreffende bedrijven.
60.001 e.v. Diamant-stempel. Het diamantbedrijf was overwegend in joodsche handen; een plotseling verwijderen van de Joden zou waarschijnlijk een ineenstorten van de geheele industrie en beurs ten gevolge gehad hebben, terwijl de Duitschers den diamanthandel en de -nijverheid voor hun doelen dringend noodig hadden. Derhalve liet men deze groep nog vrij.