Sita

Titel
Sita

Jaar
1912

Pagina's
43



- 9 -

aan Belinfante’s werk (p. 144— 146) de stelling — hier verwerkt in dichtvorm — van het bestaan van stoffelike, bovenmenselike wezens, die zich als wij en de dieren voeden, voortplanten en sterven in hoger ontwikkelde werelden dan de onze en als wij en de dieren uit lagere wezens zijn voortgekomen, dus stoffelike Goden en Godinnen, die hun besluiten en hun kennis in het bizonder aan helderziende mensen openbaren door inter-asterale telepathie d.w.z. door marconigraphie van organisen aard, direct van hun naar ons zenuwstelsel. In hoever hierin en in meer mijn denkwijze van die van Belinfante verschilt, doet hier niet ter zake.

Voor mij is dus het goddelike een oneindig aantal van stoffelike, bovenmenselike wezens in tegenstelling met de onsterfeliken der Grieken uit het Tijdperk der Mens-Vergoding en met de Drie-Een-heid en de ascetise Engelen der Christenen uit het Tijdperk der God-Vermensing. Deze bepaling van die godsdienst-vormen vond ik in dezelfde woorden later terug bij Max Stirner, den auteur van Der Einzige und sein Eigentum. Evenzoo heb ik gebroken met de abstracte Oneindigheids-Vergo d i n g van de Hebreeën en de Mahomedanen, van Jehovah, wiens bestaan als onstoffelik Heelal-Geest of hoe ook, ik absoluut ontken.

** Waar ik in mijn Lohengrin van Godheid sprak, bedoelde ik in tegenstelling met Mens heid een verzamelbegrip overeenkomstig de oorspronkelike betekenis van het Hebreewse Elohim: Goden, maar niet aan die betekenis gelijk. Ik moest destijds het begrip: Goden achter het woord: Godheid

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.